Judo wetenswaardigheden
Judo (柔道 jūdō) is een van oorsprong Japanse zelfverdedigingskunst, die rond 1882 werd ontworpen door Jigoro Kano (Mikage, 28 oktober 1860 – 4 mei 1938). Het woord betekent ‘zachte weg’, waarbij het woordje do (weg) verwant is aan tao en naast de betekenis ‘manier’ ook de connotatie heeft van ‘levenspad’. Een beoefenaar van het judo heet een judoka. Judo is een sport die wereldwijd beoefend wordt en tevens een olympische sport is.
Bij het Judo zijn er een aantal gebruiken en wetenswaardigheden.
1. Kleding
2. Kleuren van de band
3. Het Gokyo-systeem
4. Vaardigheidseisen voor de kyu graden
5. Examens
6. 10e dan

- Kleding
- Kleuren van de band
- Het Gokyo-systeem
Judoka’s dragen een witte katoenen broek (zubon) en een jas (uwagi) die door een band (obi) bijeen wordt gehouden. Het geheel noemt men een gi. De pakken moeten goedgekeurd zijn door de Internationale Judo Federatie. Tijdens wedstrijden van hoog niveau, zoals de Olympische Spelen, draagt de ene judoka een wit pak en de andere judoka een blauw pak. Door dit onderscheid is deze dynamische sport beter te volgen voor het publiek en de scheidsrechters. Meisjes dragen een wit T-shirt onder de uwagi.
Judolessen vinden plaats in een dojo en beginnen in seiza (geknielde houding). Ook is het een gewoonte om, voordat men de dojo betreedt, eenmaal te buigen richting de mat (tatami). Ook voordat men de tatami verlaat doet men dit als teken van respect.
Bij judo geeft de kleur van de band het niveau van de drager aan. Een beginner heeft een witte band, waarna geel, oranje, groen, blauw, bruin zwart rood-wit rood en de dikke witte band volgen (de kyu-graden, die van hoog naar laag genummerd zijn — een hoge graad heeft een laag nummer). De wachttijd tussen kyu’s bedraagt minimaal zes maanden. Hoe hoger de dan, hoe langer de wachttijd.
Voor kinderen en jonge judoka’s tot 12 jaar gelden de zelfde toepassingen behalve voor de zwarte band en hoger. de zwarte band en hoger kan pas behaald worden wanneer de judoka 18 jaar of ouder is.
Tussen de meestergraden (zwarte banden; dangraden) is het onderscheid te zien aan witte of gele streepjes dwars op het uiteinde van de zwarte band. Een hogere dan graadhouder is niet verplicht die streepjes op zijn band te dragen; een vijfde dan mag een ‘kale’ zwarte band dragen.
Alle judoka’s moeten lid zijn van een nationale judovereniging (voor Nederland is dat de Judo Bond Nederland) en een judopaspoort voor wedstrijden en examens bezitten.
- NB 1: Het systeem van gekleurde banden en slippen is een westers systeem. In Japan heeft men de indeling: wit (6e t/m 4e kyu) – bruin (3e tot 1e kyu) – zwart.
- NB 2: Een judoka moet voor zijn zwarte band een examen afleggen. Alle kandidaten moeten hun vaardigheden bewijzen. Het danexamen bestaat uit kata en het zogenaamde Vrije deel. In principe moet iedere judoka kata laten zien, ook omdat kata laat zien of de kandidaat wel écht over de nodige judokennis beschikt. Vroeger kregen judoka’s die geen wedstrijden hadden gedaan, een zwarte band met een witte streep in de lengte (de joshi obi) in plaats van een geheel zwarte band. Daar vrouwen in die tijd geen wedstrijden mochten spelen, werd deze band al snel een ‘vrouwenband’ genoemd.
Jigoro Kano is de grondlegger van het judo. Jigoro Kano gebruikte een bepaalde methode. Hij noemde die methode: gokyo (betekent de verdeling van een aantal technieken in vijf groepen van ieder acht werptechnieken, gerangschikt op een bepaalde manier. In 1895 had hij de gokyo in ruwe vorm samengesteld en pas in 1920 presenteerde hij de gokyo,zoals hij er nu uitziet. Kano gebruikte de volgende principes bij het samenstellen van zijn gokyo:
elke techniek in een kyo legt de basis voor een volgende techniek;
de technieken zijn opklimmend in moeilijkheid.
Kano stelde zijn gokyo samen, dat het mogelijk is een verbinding te maken met de volgende techniek.
In de gokyo zijn de volgende werptechnieken opgenomen:
1e kyo | 2e kyo | 3e kyo | 4e kyo | 5e kyo |
de-ashi-barai | ko-soto-gari | ko-soto-gake | sumi-gaeshi | o-soto-guruma |
hiza-guruma | ko-uchi-gari | tsuri-goshi | tani-otoshi | uki-waza |
sasae-tsurikomi-ashi | koshi-guruma | yoko-otoshi | hane-makikomi | yoko-wakare |
uki-goshi | tsurikomi-goshi | ashi-guruma | sukui-nage | yoko-guruma |
o-soto-gari | okuri-ashi-harai | hane-goshi | utsuri-goshi | ushiro-goshi |
o-goshi | tai-otoshi | harai-tsurikomi-ashi | o-guruma | ura-nage |
o-uchi-gari | harai-goshi | tomoe-nage | soto-makikomi | sumi-otoshi |
seoi-nage | uchi-mata | kata-guruma | uki-otoshi | yoko-gake |
- Vaardigheidseisen voor de kyu graden
- Examens
- 10e dan
De vaardigheidseisen voor de kyu graden verschillen per club/school.
Geel (5e kyu) | Oranje (4e kyu) | Groen (3e kyu) | Blauw (2e kyu) | Bruin 1e kyu) | |
Beenworpen | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 |
Heupworpen | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 |
Schouderworpen | 1 | 1 | 2 | 3 | 3 |
Offerworpen | – | – | 2 | 3 | 4 |
Houdgrepen | 5 | 7 | 8 | 9 | 10 |
Kanteltechnieken | 2 | 3 | 4 | 5 | 5 |
Passeertechnieken | 1 | 2 | 3 | 3 | 4 |
Ontsnappingen | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 |
Verwurgingen | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 |
Armklemmen | 1 | 3 | 4 | 5 | 7 |
Valbreken hoort automatisch ook bij de vaardigheidseisen.
De kyu-examens worden afgenomen door de judoclubs. 1e t/m 3e dan-examens worden afgenomen door regionale examencommissies. Alleen 4e en 5e dan-examens worden afgenomen door landelijke examencommissies.
De kandidaten van 4e of 5e dan worden beoordeeld door de meesters die 6e of hogere dan hebben. Dangraden boven 6e dan worden meer op grond van verdiensten voor de judosport dan voor exceptionele bekwaamheid in het uitvoeren ervan toegekend. Bij de 6e, 7e en 8e dan is er een afwisselend roodwitte band, bij de 9e en 10e dan een rode band. De behaalde banden worden in een judopaspoort afgetekend.
Tot nu toe is de 10e dan toegekend aan slechts 19 judoka’s in de hele wereld. De meeste 10e-danhouders zijn Japanners. Slechts twee Nederlandse, Anton Geesink en Jaap Nauwelaerts de Agé, en één Britse judoka, Charles Palmer, zijn in het bezit van deze dangraad. Op 8 januari 2006 werden drie nieuwe 10e danhouders verkozen door de Kodokan, dit was voor het eerst in 22 jaar.
Jigoro Kano verkreeg na zijn dood de 11e dan, een brede witte band. De filosofie van Jigoro Kano gaat echter uit van doorlopende verbetering, en er is daarom geen enkele beperking om inderdaad een 11e, 12e of hogere “dan” te halen. Toch is de 11e dan een soort psychologische grens, en uit eerbied voor Kano sensei zal daarom waarschijnlijk nooit iemand daadwerkelijk de 11e “dan” toegekend krijgen.
De 19 judoka’s met 10e dan:
- Kyuzo Mifune (1883-1965)
- Kunisaburo Iizuka (1875-1958)
- Kaichiro Samura (1880-1964)
- Hidekazu Nagaoka (1876-1952)
- Yoshitsugu Yamashita (1865-1935)
- Haijme Isogai (1871-1947)
- Shotaro Tabata (1884-1950)
- Kotaro Okano (1885-1967)
- Matsutaro Shoriki (1885-1969)
- Shozo Nakano (1888-1977)
- Tamio Kurihara (1896-1979)
- Sumiyuki Kotani (1903-1991)
- Anton Geesink (1934-2010) *
- Charles Palmer (1930-2001) *
- Toshiro Daigo (1926)
- Ichiro Abe (1923)
- Yoshimi Osawa (1925)
- Jaap Nauwelaerts de Agé (1917-2016) #
- Kazuo Ito (1898-1974)
- George Kerr (1937)
Toegekend door:
* = 10e dan Internationale Judo Federatie (IJF)
# = 10e dan Judo Bond Nederland (JBN)

contact
Stichting Top Judo Nijmegen
Rosa de Limastraat 23 Nijmegen
6543JG Nijmegen